Inleyding tot de hooge schoole der schilderkonst - anders de zichtbaere werelt - verdeelt in negen leerwinkels, yder bestiert door eene der zanggodinnen - ten hoogsten noodzakelijk, tot onderwijs, (14780576471)

Identifier: totdehoogesch00hoog (find matches)
Title: Inleyding tot de hooge schoole der schilderkonst : anders de zichtbaere werelt : verdeelt in negen leerwinkels, yder bestiert door eene der zanggodinnen : ten hoogsten noodzakelijk, tot onderwijs, voor alle die deeze edele, vrye, en hooge konst oeffenen, of met yver zoeken te leeren, of anders eenigzins beminnen
Year: 1678 (1670s)
Authors: Hoogstraten, Samuel van, 1627-1678 Hoogstraeten, Frans van, 1632-1696
Subjects: Painting
Publisher: Tot Rotterdam : By Fransois van Hoogstraeten ...
Contributing Library: Getty Research Institute
Digitizing Sponsor: Getty Research Institute



Text Appearing Before Image:
ft is de waere tuchtmeeftres onzer konft, en wievan haere leeringen niet deurweekt is, raekt lichtelijk in t wilde.H; laet de tucht der kgnjl, vervalt, en moet verwilderen,De Tevken- Die noe& ^e TejKenksnfi vcrUet, en valt aen t fchilderen. konft is onze Die *tTeykenen verlaet,verlieft ook wel licht zij n deel van deTeykenkonft.Tuchtmee- Meeft alle voorname meefters hebben al haer leeven lang onophoudelijk ge-ftres. teykent. Maer dat van fommige gedreven wort, datmen, feftien, achtien, ja twintich jaeren behoorde te teykenen, zonder tot het pinfeel en de ver-wen te komen, is een uitfporige dwaesheyt. Want het ichilderen zal aenhet teykenen geen hinder doen, maer veel eer den geeft des Teykenaersverquikken. V. y zijn bynae een toon te hoog geraekt, daerom laet ons totbeftiering der opletting eerftelijk zien, waer op wy te letten hebben • maerdit paft Poljmnia , en loopteen graed te verr voor Euterpe, die de naer-ftige jonkheyc nu met gedenkprijzen nae de tweedefchooleftuert. P O-
Text Appearing After Image:
Het e erft e Boek. 27 P O L Y M N I A De Rederijkfter. Het tweede Boek. Inhoudt. yjTmerkm aengegroeit, t onthoudt derjeugt ontwaekt \Begint Polymnia, gcjpitft op Redeneer en >*De Menfchkunde eerft t ontleen, van top tot teen te leeren T>e krooftzweem > en haer werk, in tronyen en naekt >En haer beduidenis: defpieren aen te wijzen, En haer beroerlijkheen, zoo veel de konft betreft. Zy toont de maetfihik, die zy tot den Hemel heft 3En zelf gebreken, die men hoorde te misprijzen. Het menfchbeelt is yt voornaemft, daer onze konft op bouwt> *Dat dan defchilderjeugt haer leffen wel onthouwt. Op de Print. Hier heeft de Konftgodin meer aendacht in haer mijnen *Saturnus ernft beftiert haer tong in t overreèn: Haer leerelingen zijn vaft bezich in t ontleen yIntmeeten, paften, endedeelenaftelijnen: Omgrondic.h te verftaen, wat tot een menfch behoort,Zypoogen zelf den geeft der innerlijke driften1)oor t uit er lijk gezicht te kennen: en tefchiften, Hetgeen te laken is, van t geen